BRAINTRAINING

BRAINTRAINING
Ik ben Laura Kerszenblat en mijn werk is een van mijn passies! Als bewegingswetenschapper, gespecialiseerd in groepsdynamiek, breinfuncties en neurowetenschap, heb ik meer dan 25 jaar ervaring met verschillende leeftijdsgroepen. Met mijn zelfontwikkelde methodiek “Beweeg je brein” Conditie training voor de Hersenen, bied ik handvatten en oefeningen om zowel mentaal als fysiek fit te blijven!!
Ik geef trainingen, lezingen, coaching en breintraining voor volwassenen en senioren, zowel individueel als in groepen. Dit doe ik met praktische oefeningen, speelse dynamiek en toepasbare kennis over het brein.

De belangrijkste thema’s die ik behandel:  

  •    Focus en concentratie
  •    Geheugen
  •    Ruimtelijke oriëntatie
  •    Motoriek (coördinatie & evenwicht)
  •    Taal en communicatie
  •    Leiderschap
  •    Stressverlagende technieken

Wil je meer weten of ben je geïnteresseerd in mijn komende workshops?

 WORKSHOP BREIN & GEHEUGEN 14/6/25
 WORKSHOP BRAIN & NAMEN ONTHOUDEN 20/9/25   
Meer informatie:    www.brainon.nl/agenda

6 GOUDEN TIPS OM JE BREIN FIT TE HOUDEN  !!!

  1. Gebruik eens de andere hand bij tandenpoetsen
  2. Neem andere route om van A naar B te gaan
  3. Maak mentale berekeningen
  4.  Beweeg iedere dag minimaal 20 minuten.(bijvoorbeeld wandelen, dansen, fietsen, zwemmen)
  5. Eet gezond (minder suiker, zout en vet)
  6. Per dag minimaal 1 gesprek houden met 1 personen

Laura Kerszenblat Breintrainer www.BrainOn.nl
Info@brainon.nl Laura.Kerszenblat@gmail.com +31 642288145

Systemische jeugdreuma

Systemische jeugdreuma (sJIA)
Systemisch jeugdreuma of wel systemisch JIA (sJIA) is een ziekte met piekende hoge koorts (vaak in de namiddag of avond), zalmroze vlekkerige huiduitslag en gewrichtsontstekingen. Soms ook een vergrote lever en milt, vergrote lymfeklieren in de hals en  keelpijn. Systemisch jeugdreuma of wel systemisch JIA is een auto-inflammatoire aandoening. Het ontstaat door een ongecontroleerd aangeboren afweersysteem, waarbij het lichaam uit zichzelf, zonder prikkel van buiten (zoals een infectie) te veel ontstekingseiwitten aanmaakt. Vervolgens veroorzaakt het een ontstekingsreactie, zonder dat het nodig is.

De meeste patiënten zijn erg ziek en hebben hoge ontstekingswaarden in het bloed. Als de aandoeningen op volwassen leeftijd ontstaat, heet het adult onset Still’s disease.
Corlinda Kievit, studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, en PhD Candidate in Autoinflammatory Diseases bij  Radboudumc

Corinda is vanaf haar 15e jaar belast door sJIA, is actief in de stichting Youth-R-Weli.com, initiator van de cursus X&X en doet fundamenteel onderzoek naar auto-inflammatoire aandoeningen.

Gaat knie distractie de prothese vervangen?

Gaat knie distractie de prothese vervangen?
De GODIVA-studie (Het acroniem staat voor Grip on knee Osteoarthritis: Distraction versus Arthroplasty.) is een pragmatische, gerandomiseerde, open, multicenter studie waarbij het effect van kniedistractie en knieprothese wordt vergeleken. De hypothese is dat er geen klinisch significant verschil is twee jaar na de behandeling. Het effect wordt gemeten met behulp van vragenlijsten (WOMAC).

Reuma-onderzoeker Paco Welsing en medisch bioloog en onderzoeker Simon Mastbergen, beiden werkzaam in het UMC Utrecht: Sommige patiënten hebben de distractie al tien jaar geleden gekregen en beschikken nog steeds over hun eigen gewricht.

Dit betekent dat een computermodel bepaalt welke van de twee behandelingen een deelnemer zal krijgen. Zo worden de deelnemers gelijk over beide behandelingen verdeeld en hebben beide groepen patiënten dezelfde kenmerken. Op deze manier wordt het mogelijk om de beide behandelingen eerlijk te vergelijken.

Elke deelnemende patiënt moet volgens de geldende richtlijnen in de standaard zorg in aanmerking komen voor beide behandelingen. Ook moet de patiënt bereid zijn de toegewezen behandeling te ondergaan, ongeacht de uitkomst van de randomisatie. Het computermodel bepaalt welke behandeling er wordt gegeven. De behandelaar (de orthopedisch chirurg), de onderzoeker of de patiënt zelf hebben geen enkele invloed op deze keuze. Als een deelnemer de keuze voor de behandeling niet aan het computermodel wil overlaten kan hij/zij niet meedoen aan de studie. In dat geval kan alleen een prothese worden geplaatst, omdat kniedistractie momenteel niet vergoed wordt.

Dit betekent dat de studie in meerdere centra verdeeld over Nederland plaatsvindt. De deelnemende orthopedische centra zijn geselecteerd op basis van hun ervaring en een goede geografische verdeling over Nederland, zodat er voor alle patiënten die in aanmerking komen toegang tot de studie is.

De GODIVA-studie is na zorgvuldige beoordeling goedgekeurd door de medisch ethische toetsingscommissie (METC) NedMEC. Alle deelnemende centra zijn daarnaast beoordeeld op hun kennis en kunde deel te nemen aan deze studie. De studie wordt dan ook alleen in deze specifieke centra uitgevoerd.

Kwetsbaarheid voor femicide

Te weinig bekend over moord op vrouwen vanwege hun vrouw-zijn.

Ze zijn er wel, de typische moorden vanwege hun vrouw-zijn. En regelmatig wordt de aaneenschakeling van gebeurtenissen die tot de zogenaamde femicide leidt niet op tijd herkend. Vrouwen zijn vaak wat we in de criminologie ‘ideale slachtoffers’ noemen: onschuldig, jong of juist erg oud, en kwetsbaar
Dr. Marieke Liem is afgestudeerd aan the University of Cambridge en is gepromoveerd in forensische psychologie aan de Universiteit van Utrecht.
Ze is thans werkzaam aan de Universiteit Leiden als associate professor op het gebied van fysiek geweld en tevens voorzitter van de European Homicide Research Group.

Prototype
De zaak-Humeyra in Rotterdam lijkt sterk op een prototype vrouwenmoord. “Er is ook hier sprake van een langdurige intieme terreur, een frame dat vaker voorkomt. Een man mishandelt een vrouw in een relatie, de man gaat vervolgens stalken, en uiteindelijk vindt een moord plaats. Liem wil waarschuwen voor het veralgemeniseren van dit frame. Moord op vrouwen is veel diverser dan we denken. Er kan ook sprake zijn van wederzijds drank- en drugsgebruik en psychische problematiek die kunnen leiden tot een moord. Die waarschuwingssignalen en patronen worden niet altijd herkend. En dus zijn alle femicidezaken nog niet volledig in beeld.

Samen met collega’s brengt ze daarom in eerste instantie alle vrouwenmoorden van de afgelopen tien jaar in beeld in de zogenaamde Femicide Monitor. Je kunt zeggen: waarom kijk je niet langer terug en zijn zaken uit 1999 bijvoorbeeld niet ook relevant?  Maar in een tijdsbestek van tien jaar kun je al genoeg data verzamelen, en de zaken zijn niet te oud om ook nu nog praktische relevantie te hebben. En dus kijkt ze naar ongeveer vierhonderd zaken in totaal.

Top van de ijsberg
Dat Liem juist de moorden op vrouwen in kaart wil brengen, en niet begint bij het geweld dat erachter schuilgaat, heeft te maken met de meetbaarheid. Verkrachting, aanranding, en poging tot moord en doodslag worden minder goed geregistreerd dan moord. Moord is de meetbare top van de ijsberg voor onderliggend geweld.

Ongeveer de helft van die vierhonderd betreft de moord door een partner of ex-partner”, zegt Liem. De andere helft bestaat bijvoorbeeld uit een moord door kinderen, buren, ouders, grootouders of andere familieleden.

Zeker als het op vrouwenmoorden aankomt: die worden vrijwel allemaal geregistreerd. Er bestaan echter uitzonderingen, zoals moorden op groepen mensen die al vermist zijn, sekswerkers en dak- en thuislozen. Zij kunnen helaas slachtoffer van moord worden zonder dat iemand het doorheeft.

Dat er zoveel vrouwenmoorden in kaart zijn gebracht, is omdat aandacht voor die groep groot is. Van vrouwenmoorden vinden we meestal iets. “rouwen zijn vaak wat we in de criminologie ‘ideale slachtoffers’ noemen: onschuldig, jong of juist erg oud, en kwetsbaar. En mensen herkennen zich er ook makkelijker in. Ze hebben sneller het idee dat hen dit ook kan overkomen dan als het gaat om een afrekening in het criminele circuit.

Interview van Liem is verkort weergegeven.

 

Oproep voor studie medicatie-afbouw RA

Werving interview-studie medicatie-afbouw reumatoïde artritis

De Vereniging van Reumapatiënten Amsterdam e. o. wil graag haar medewerking verlenen om deelnemers te werven.  

De Universiteit Leiden is bezig met een interview-studie naar “Verwachtingen en behoeften van mensen met reumatoïde artritis bij het afbouwen van medicatie”. De interviews zullen bijdragen aan het informeren van de praktijk en aan het ontwikkelen van een training om mensen met reuma te ondersteunen tijdens hun medicatie-afbouw.

Wie kan deelnemen?

  • 18 jaar of ouder.
  • Goede beheersing van de Nederlandse taal.
  • Klinische diagnose van reumatoïde artritis.
  • Gebruik van medicatie voor reumatoïde artritis.

Wil jij je opgeven voor dit onderzoek? Neem z.s.m. met onderstaande onderzoekers contact op.

Pien van der Velde, MSc.
p.van.der.velde@fsw.leidenuniv.nl | +31 6 10499747

Elina Böhm, BSc.      e.m.t.bohm@umail.leidenuniv.nl

Preventief behandelen?

Al behandelen voordat gewrichtszwellingen zichtbaar zijn?
Sneller opsporen en eerder starten met behandelen. Die aanpak lijkt gunstig voor het verloop van reumaklachten. Patiënten krijgen minder gewrichtsontstekingen en functioneren beter.

Dat laat onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum zien.

Prof. Dr. Annette van der Helm vertelt er graag meer over. Want hoe werkt dat dan, behandelen als er nog helemaal geen diagnose reuma is gesteld? Reuma begint eerder dan je het ziet

 

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat reumatoïde artritis (RA) begint voordat er zichtbare gewrichtsontstekingen (zwellingen die de reumatoloog met gewrichtsonderzoek herkent) zijn. We weten inmiddels uit onderzoek dat er dan in het bloed en de gewrichten al wel immunologische veranderingen zijn, legt professor Van der Helm uit. Eigenlijk wil je mensen dán al behandelen, vertelt de onderzoeker. Maar hoe bereik je nu die patiënt in dit vroege stadium, en werkt zo een heel vroege behandeling?

Dit is mogelijk reuma-in-wording
Mensen komen nu met pijn van het bewegingsapparaat bij de dokter. Een klein deel hiervan wordt doorverwezen naar een reumatoloog. Bij een nog kleiner groepje herkent de reumatoloog de klachten als mogelijk ‘reuma-in-wording’. Dit zijn mensen zonder gewrichtszwellingen, maar met gewrichtspijnen en andere klachten als ochtendstijfheid waarvan de specialist denkt dat dit een begin kan zijn van RA. Dit wordt in medisch jargon ook wel Clinically Suspect Arthralgia (CSA) genoemd.

Nu behandelen we pas als de ziekte zich openbaart aan de buitenkant
Normaal gesproken worden de mensen met CSA nog niet behandeld. Ze worden in de gaten gehouden door hun arts tot de ziekte zich openbaart met gewrichtsontstekingen die de reumatoloog aan de buitenkant, met gewrichtsonderzoek, kan vaststellen. Als zo de diagnose reuma wordt gesteld, krijgen patiënten meestal methotrexaat voorgeschreven. Je zou kunnen denken dat het dan te laat is; de ziekte heeft zich dan al gemanifesteerd en is al chronisch.

Eerder starten met methotrexaat
In ons TREAT EARLIER-onderzoek zijn we juist actief met deze groep aan de slag gegaan, vervolgt ze. Met MRI-scans kunnen we gewrichtsontstekingen eerder ’zichtbaar maken’. Door methotrexaat aan patiënten te geven die nog geen reuma hebben maar dit waarschijnlijk wel krijgen, hoopten wij reuma te voorkomen, of de ziektelast te verminderen.

Minder last van pijn en stijfheid
Uit de Leidse studie blijkt dat het eerder starten met medicatie de ziekte helaas niet kan voorkomen. Wél blijkt duidelijk dat het echt winst oplevert om in een voorstadium te gaan behandelen. De patiëntengroep die tijdelijk methotrexaat kreeg voorgeschreven had blijvend minder last van pijn, ochtendstijfheid en belemmeringen in het dagelijks functioneren. Ik denk dat dit een mooie stap is richting het verminderen van de ziektelast voor deze patiëntengroep.

Blijft het verloop van de ziekte milder?
Maar zoals met elk onderzoek, zijn er nu weer nieuwe vragen die opdoemen. Een grote vraag is natuurlijk: hoe het komt dat reuma niet vanzelf over gaat? We weten eigenlijk nog niet goed welke moleculaire processen er precies verantwoordelijk voor zijn dat de ziekte chronisch wordt. Verder willen we weten of het verloop van de ziekte op de lange termijn ook daadwerkelijk milder is bij vroegtijdig behandelen. We willen deze mensen daarom graag blijven volgen.

Voorkomen dat ziekte chronisch wordt
RA is helaas nog altijd een ziekte waar mensen levenslang last van hebben. Het is geweldig dat we nu aanknopingspunten hebben om de ziektelast te verminderen. Maar het zou nóg mooier zijn als we kunnen voorkomen dat de ziekte blijvend wordt. Ik heb gelukkig nog zeker twintig jaar voor de boeg om me daar hard voor te maken.

 

Meer laden

x  Powerful Protection for WordPress, from Shield Security
This Site Is Protected By
Shield Security